Eén van de eerste opdrachten die Jezus Christus heeft meegegeven aan zijn volgelingen is iedereen te dopen in zijn Naam (Matteüs 28). Ook wij willen daaraan gehoor geven. Met het water uit het doopvont besprenkelt de dominee het voorhoofd van de dopeling.
Dat gebeurt met de woorden: “Ik doop je in de Naam van de Vader, in de Naam van Jezus Christus en in de Naam van de Heilige Geestâ€. Dopen is ten diepste zichtbaar maken dat de dopeling in liefde verbonden is aan God. Da’s geen boterbriefje voor een hobbelvrij leven. Wel het watermerk dat God je nabij is en dat je bij Hem thuis bent, zelfs door alle dood heen.
.(overhandigen doopkaars door ouderling van dienst)
 (koor wat zingt tijdens de doop)